Wat is ringrijden ?

Een ringrijder zit op een ongezadeld paard dat hij/ zij in galop door de baan stuurt. In de hand heeft hij/ zij een lans waarmee hij/ zij de ring probeert te steken. Die hangt halverwege in de baan in een ijzeren bus. Het paard moet versierd zijn en de deelnemer moet de voorgeschreven wedstrijdkleding dragen. Je mag meedoen aan een ringrijwedstrijd in het jaar dat je 12 wordt. Een maximum leeftijd voor het ringrijden is er niet. Tegenwoordig zie je steeds meer ringrijders die tot op hoge leeftijd mee doen. Zolang het verantwoord is voor de deelnemer.

De ring.

De normale wedstrijdring heeft een doorsnee van 38mm. Bij het kampen kan de doorsnee van de ring worden verkleind tot 10mm. Als de ring gestoken is moet de ringrijder deze aan het einde van de baan met de lans achterover netjes afgeven aan de ringloper. Bij officiële wedstrijden rijden we altijd 30 beurten. Iedereen kan dus 30 ringen steken. De ring hangt halverwege de baan in een ijzeren bus aan een touw tussen in 2 palen (op zijn Zeeuws de poengers). De onderkant van de bus hangt op 2.20 meter hoog, gemeten vanaf het wegdek. Er zijn 6 verschillende formaten ringen. De grootste ring heeft een diameter van 38 mm. Men kan verkleinen naar een ring van 32mm, 26mm,20mm, 14mm en 10mm. Deze worden gebruikt tijdens de kamp. Het kampen gebeurt als er meerdere rijders hetzelfde aantal ringen hebben gestoken.

De ringrijbaan.

De ringrijbaan heeft op alle wedstrijden dezelfde afmeting namelijk een lengte van 36 meter op de grond en een breedte van 1 meter. De palen moeten 1,20 hoog zijn en aan de top 1,65 uit elkaar staan. Tussen de palen van de baan komt zand te liggen.  Langs de palen moet een touw gespannen worden op een hoogte van 1,20 meter. Aan beide uiteinden van de baan kunnen de paarden na ieder vaart uitrusten in de box.

De lans.

Met de lans wordt de ring gestoken. Een ringrijlans is 157 cm lang en weegt tussen 2350 en 2400 gram. De meesten zijn rood-wit-blauw geschilderd.

Prijzen: bij elke wedstrijd die verreden wordt zijn er verschillende prijzen. Het dagklassement gaat over alle ringen van 38mm doorsnee die over een hele dag gestoken kunnen worden. Dit kunnen er 30 zijn. Zijn er aan het eind van de dag meerdere rijders met een gelijk aantal ringen, dan wordt er gekampt, want er kan maar 1 dagwinnaar zijn. Er zijn ook een aantal bekers beschikbaar, dit verschilt per wedstrijd en vaak worden hier de laatste 10 beurten van de dag voor gebruikt. Daarnaast is er ook nog een pollepel. Over deze prijs wordt meer verteld bij tradities.

Medewerkers.

Als je ring wilt rijden heb je medewerkers nodig. Om precies te zijn 6. De ringhanger is diegene die de ring in de bus hangt. Op aanwijzingen van de rijders schuift hij de bus naar de gewenste plaats. Als de ring gestoken is, wordt deze afgegeven aan de ringloper. Dit zijn er 2, en aan iedere kant van de baan staat er 1. De ringlopers brengen de gestoken ringen terug naar de ringhanger. De andere 3 medewerkers staan op de jury/ schrijverswagen. De wedstrijdleiding neemt de beslissingen deze dag en verzorgt het commentaar op de wedstrijd. Diegene die dit doet zal zorgen dat de wedstrijd in goede banen verloopt. Dan zijn er nog 2 schrijvers, 1 op het schoolbord en 1 op papier. Diegene die op het schoolbord schrijft is te lezen voor het publiek.  Ze controleren elkaar op eventuele fouten. Een ring die gestoken is krijgt een verticaal streepje op het bord, een ring die gemist is wordt het een horizontaal streepje.

Versierd paard.

Op wat voor paard je rijdt maakt tijdens een afdelingswedstrijd niet uit. Een pony, een fjord of een koudbloedpaard zolang het paard er maar schoon en verzorgt uitziet en netjes gevlochten is en een minimale stokmaat heeft van 1.30 meter. Een koudbloed wordt meestal met twee strengen wol ingevlochten. De kleuren combinatie hiervan is eigen keus. De staart wordt met raffia gevlochten. Hierin kunnen lintjes gestrikt worden in dezelfde kleur als de wol. Eventueel kan het hoofdstel ook versierd worden.

De overige paarden worden met kleine vlechtjes gevlochten, dit moet altijd een oneven aantal zijn. Deze worden versierd door middel van pompoentjes, lintjes of strikjes. Soms neemt de fantasie van de berijd(st)er de vrije loop en zie je de gekste en mooiste kleuren combinaties. De staart is meestal lang dus ook met drie vlechtjes, de kleuren van de versiering in de manen horen ook in de staart weer terug te komen. Bij haflinger paarden wordt er ook wel eens een matje gemaakt.

Vroeger versierde men het paard met alle medailles die gewonnen waren door de rijder. Deze werden aan een touw rond de hals van het paard gehangen.

Tenue.

Het tenue is het originele ZRV (Zeeuwse Ringrijders Vereniging) tenue. Een witte trui of polo shirt met de letters ZRV op het borstzakje, een witte broek, geheel witte sokken, witte schoenen en een oranje sjerp met het ZRV logo over de rechter schouder.